Ik ben geen mens met vaste gewoonten, of het moet de gewoonte
zijn dat ik het liefst iedere dag nieuwe gewoonten verzin. Één ding staat er vast:
het laatste wat ik doe voor ik in bed stap, is mijn drie dochters een kus, een
aai en een zacht gesproken ‘arrivederci…’
brengen.
Drie dochters, wie had dat gedacht. Ik niet, ik rekende er eerlijk
gezegd zelfs niet op één.
In mijn werk in de klas vind ik het werken met jongens eenvoudiger, het is alsof ik ze beter versta. Als eerste op mijn basisschool nodigde ik behalve vriendinnetjes ook jóngens uit en nog vind ik het vaak prettiger mij tussen mannen te begeven.
Het is dus op z’n minst grappig te noemen dat ik ben versterkt
met drie mooie blonde meisjes om mij heen, al voelt het soms verzwakt.
Wij wonen in een eenvoudige rijtjeswoning, maar het lijkt hier net De Spiegelzaal in het Kasteel van Versailles. Dan heb ik het nadrukkelijk niet over de koninklijke sterallures (die er overigens wel zijn, maar dat terzijde).
Met altijd wel een dochter om mij heen, kijk ik vaker dan ik zou willen in een spiegel. Ik zie haar driftige reactie op een onverwachte ontdekking, haar haast wanhopige blik wanneer iets wéér verdwenen lijkt, haar lijf dat zich steeds meer ontvouwt richting volwassenheid, haar verlangen begrepen te worden en anders voor even te verdwijnen, de haarlok die steeds verder voor haar ogen zakt… en ik zie mezelf.
Dan het contact tussen de zussen onderling… Ik heb niet wat jij hebt, maar wil dat óók. Wat heb jij niet wat ik wil? Wat doe jij wat ik ook wil doen? Wat mocht jij wel wat ik niet mocht en niet deed maar wel had gewild? Wat doe ik zodat jij wil wat ik kan?
Wie snapt het nog? Ik meestal niet.
Straks wonen mijn drie dochters en ik met elkaar in een
vrolijk en fris meidenhuis, vol spiegels met daarnaast rondslingerende
mascararollers en heel veel lipgloss. We zullen elkaar in de ogen zien, bang maken, ruziën
en verdrietig zijn maar bovenal blij zijn met elkaar.
De helft van de tijd zal ik er alleen zijn, ongetwijfeld genieten van de rust en weer verlangen naar hun thuiskomst.
De helft van de tijd zal ik er alleen zijn, ongetwijfeld genieten van de rust en weer verlangen naar hun thuiskomst.
Vlak voor ik dan ga slapen, zal ik mijzelf in de spiegel een aai
over mijn bol geven, een kus en zachtjes fluisteren: ‘arrivederci…’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten