1 Korintiërs 12: 12-27
Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus. 13 Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn. 14 Immers, een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele. 15 Als de voet zou zeggen: ‘Ik ben geen hand, dus ik hoor niet bij het lichaam,’ hoort hij er dan werkelijk niet bij? 16 En als het oor zou zeggen: ‘Ik ben geen oog, dus ik hoor niet bij het lichaam,’ hoort het er dan werkelijk niet bij? 17 Als het hele lichaam oog zou zijn, waarmee zou het dan kunnen horen? Als het hele lichaam oor zou zijn, waarmee zou het dan kunnen ruiken? 18 God heeft nu eenmaal alle lichaamsdelen hun eigen plaats gegeven, precies zoals hij dat wilde. 19 Als ze met elkaar slechts één lichaamsdeel zouden vormen, zou dat dan een lichaam zijn? 20 Het is juist zo dat er een groot aantal delen is en dat die met elkaar één lichaam vormen. 21 Het oog kan niet tegen de hand zeggen: ‘Ik heb je niet nodig,’ en het hoofd kan dat evenmin tegen de voeten zeggen. 22 Integendeel, juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodzakelijk. 23 De delen van ons lichaam waarvoor we ons schamen en die we liever bedekken, behandelen we zorgvuldiger en met meer respect 24 dan die waarvoor we ons niet schamen. Die hebben dat niet nodig. God heeft ons lichaam zo samengesteld dat de delen die het nodig hebben ook zorgvuldiger behandeld worden, 25 zodat het lichaam niet zijn samenhang verliest, maar alle delen elkaar met dezelfde zorg omringen. 26 Wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee; wanneer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde. 27 Welnu, u bent het lichaam van Christus en ieder van u maakt daar deel van uit.
De inspirerende teksten uit 1 Korintiërs laten mij al een poos niet los… Dat heeft denk ik met twee dingen te maken.
Allereerst valt het niet mee om talenten bij mezelf te zien. Ik reageer vaak onverschillig wanneer ik een compliment krijg, maak een opmerking dat het niet moeilijk is, dat het bijna vanzelf gaat, dat ik zoveel méér dingen helemáál niet goed kan, ik vind dit nou niet zo bijzonder van mezelf… Maar dat is het wel! Want is het kenmerk van een talent niet iets bijzonders dat we kunnen, waar we minder moeite voor hoeven te doen dan een ander? Een cadeau van God!
De tweede reden waarom deze gedeelten in de brieven van Paulus me zo bezig houden, heeft met dat laatste te maken: een talent is een cadeau van God, speciaal uitgezocht voor mij! Wanneer ik mijn dochters voor hun verjaardag een dure hockeystick geef, hoop ik niet dat ze die in de schuur laten staan. En krijg ik een strijkijzer cadeau, dan heeft mijn man daar ook een bedoeling mee, ben ik bang... God heeft ook een plan met zijn zorgvuldig uitgedeelde cadeaus. Hij wil dat ik blij ben met mijn talenten. God wil dat ik mijn talenten inzet om anderen te helpen zodat zij ervan kunnen meegenieten, om op die manier in Gods Liefde de wereld mooier te maken. Hij heeft er het volste vertrouwen in dat ik dat kan! Dit is meteen ook het moeilijke aan het hele verhaal, er ligt zo’n duidelijke verwachting in van God naar mij…en die verwachting kan me ook irriteren (zoiets als met het strijkijzer!). Ik bepaal eigenlijk liever zelf wat ik doe en wie ik daarmee van dienst ben, vaak heb ik de energie of de aandacht helemaal niet om te doen wat Hij verwacht, en…wát verwacht Hij nu eigenlijk van me?!
Na inmiddels een jaar of twee met deze Bijbelgedeelten aan het worstelen te zijn geweest, ben ik er wel een beetje uit… Ik probeer zo goed en zo kwaad als het gaat mijn talenten in te zetten voor Gods wereld, voor Gods Kerk en voor de gemeente in het dorp waar ik woon. Daar ben ik niet altijd even goed toe in staat en op die momenten mág ik afhaken. Ik probeer dan God te zoeken en energie te krijgen van Hem om er vervolgens weer met frisse moed tegenaan te gaan!
Fouten maak ik, en dat mag… want naast mijn talenten lag er ruim veertig jaar geleden ook nog een ander cadeau voor me klaar: vergeving.
Wat is er heerlijker dan alle kasten in huis gevuld met schoon gestreken kleren? Het ligt binnen handbereik met één strijkijzer en een paar handen… Laten we met elkaar, met onze talenten de wereld precies zo mooi maken als God voor ogen had toen hij aan dit avontuur met ons begon!
Nelleke Goedhart
NB Aangezien strijken zeker niet tot mijn talenten behoort, heeft niemand mij ooit in werkelijkheid een strijkijzer cadeau gedaan! Ze zouden het misschien eens moeten doen J.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten